12 vervreemdingsstrategieën door
Amy Baker


Amy Baker, psychologe en onderzoeker in de Verenigde Staten, ontdekte een twaalftal vervreemdingsstrategieën. Hoe meer (elkaar versterkende) vervreemdingsstrategieën zich voordoen, hoe gevaarlijker voor het kind.

Hieronder volgt een overzicht van deze strategieën.

De term ‘geliefde ouder’ wordt gebruikt voor de ouder die steeds meer als gekozen ouder naar voor komt en de ‘beoogde ouder’ staat voor de ouder die steeds meer wordt verstoten.

1. Slecht praten over de beoogde ouder, aanklampend en continu, op een zeer overtuigende wijze. Aanvankelijk doet dit zeer veel pijn voor het kind. Na verloop van tijd gelooft het de verhalen. De beoogde ouder moet wel slecht, misschien zelfs een monster, zijn.

2. Contacten met de beoogde ouder beperken, en dat zeker op momenten dat het kind de hechtingsfiguur nodig heeft. Bijvoorbeeld tijdens belangrijke overgangen in het leven, tijdens ziekenhuisopnames, … is de geliefde ouder aanwezig en zet deze de beoogde ouder aan de kant. Bijvoorbeeld het kind te vroeg ophalen en te laat brengen.

3. Weerhouden van liefde en tonen van boosheid als het kind een band opbouwt met de beoogde ouder. De geliefde ouder belet het geven van eigen liefde aan het kind, als het kind de beoogde ouder graag ziet en bijvoorbeeld met leuke verhalen thuis komt van een verblijf bij de beoogde ouder. Dit verlies van liefde maakt het kind angstig en zorgt ervoor dat het de geliefde ouder nog meer gaat behagen (en dus de beoogde ouder gaat verstoten).

4. Het kind vertellen dat de beoogde ouder hem niet graag ziet. Bijvoorbeeld zeggen dat de beoogde ouder niet wou dat het kind geboren werd, dat het kind enkel naar de opvang moet omdat de beoogde ouder het kind afwijst, … . Dit zorgt bij het kind voor pijn en angst m.b.t. de beoogde ouder.

5. Het kind dwingen om te kiezen, vaak op zeer subtiele wijze. Bijvoorbeeld naar een concert gaan van een lievelingszanger van het kind als het kind normaal bij de andere ouder is en hem laten weten dat dit toch zo jammer is. Bijvoorbeeld laten voelen heel veel pijn te hebben en alleen te zijn als het kind bij de beoogde ouder is, … .

6. Het idee doen ontstaan dat de beoogde ouder gevaarlijk is. Vaak doen geliefde ouders dit door zogenaamde verhalen over vroeger te vertellen. Verhalen over zogenaamd geweld, achterlaten, onbetrouwbaarheid, … .

7. Persoonlijke zaken toevertrouwen aan het kind om de eigen relatie met het kind te verstevigen. Hiermee krijgt het kind het statuut van ‘partner’, van ‘zeer belangrijk voor de geliefde ouder’. Er worden verhalen en emoties toevertrouwd aan het kind, die niet voor een kind bedoeld zijn.

8. De ‘aanwezigheid’ van de beoogde ouder beperken, bijvoorbeeld door foto’s te verbieden, cadeautjes niet toe te laten of belachelijk te maken, postkaarten te laten verdwijnen, … .

9. Het kind dwingen om de beoogde ouder te laten vallen. Sommige kinderen worden letterlijk gedwongen te kiezen tussen moeder en vader. Bijvoorbeeld : ‘je mag kiezen, maar als je kiest voor je moeder, moet je hier niet meer binnenkomen’.

10. Beperkend contact met de uitgebreidere familie van de beoogde ouder / het kleineren van deze familieleden. Het kleinerend benoemen van de omgeving van de beoogde ouder. De plusmama wordt bijvoorbeeld ‘dwaze geit’ genoemd, de vader ‘HET’, de grootouders zijn stom, met de halfbroer wordt gelachen, … .

11. De beoogde ouder kleineren in aanwezigheid van de kinderen. Discussies voeren met de beoogde ouder, in aanwezigheid van de kinderen, en hem of haar ondertussen kleineren in het ouderschap.

12. Aanzetten tot conflict tussen het kind en de beoogde ouder door ervoor te zorgen dat de contacten tussen het kind en de beoogde ouder problematisch verlopen. Dit kan op allerlei manieren, zoals de regels en afspraken ten huize van de beoogde ouder belachelijk maken, de vrije tijd / reizen minderwaardig achten, de opvoedingskeuzes afbreken, … . Daardoor dient de beoogde ouder zijn / haar autoriteit te gebruiken (het kind stelt nl. steeds meer gedragsproblemen), waardoor er een escalatie van negatieve ervaringen ontstaat. Het kind heeft geen idee van deze manipulatie.

Deze signalen zijn bij ouderverstoting doorheen de tijd in stijgende lijn aanwezig.